Thomas de Veen bespreekt Naar zachtheid en een warm omhelzen van Adriaan van Dis in NRC en geeft ‘4 ballen’:
‘Warmte en moed leerde Adriaan van Dis van zijn surrogaat-oma, over wie hij ontroerend omhelzend schrijft. (…) In de goudmijn van zijn jeugd lag nog een onaangeroerd klompje autobiografie: het verhaal van de warmte van surrogaatoma Ommie. Hoe bepaalde zij de schrijver die Adriaan van Dis zou worden? (…)
In zijn autobiografische portret is haar spiegeling, dat wat van haar in hem zichtbaar wordt, dusdanig bepalend dat er ook echt iets nieuws gebeurt binnen Van Dis’ oeuvre: we zien hem iets krijgen wat zijn vader en moeder hem niet gaven. We zien hier het opbloeien van zijn engagement met de ander, het aanvuren van zijn moed om de wereld in te trekken, een rare vogel te blijven en zich open te stellen. Niet alleen pijn doet ertoe in een leven, ook de pleister.’